Tampon trauma
Met mijn rug plat, billen nog op de zitting en benen in de beugel, bereikte ik mijn hoogtepunt in subcategorie schaamte bij de huisartsenpost. Diezelfde ochtend had ik geheel op automatische piloot een tampon in mijn vagina geschoven, waarna ik nietsvermoedend naar mijn werk was vertrokken. Het was na de koffie toen ik het toilet bezocht en doorkreeg dat het bungelende touwtje van mijn tampon verdwenen was. Na een aantal keer misgrijpen startte ik een intern AMBER Alert en zo was de zoektocht begonnen. Een half uur later, nadat ik mezelf in iedere mogelijke positie had gewrongen om maar diep genoeg te kunnen graven, gaf ik het op. Wel eerder was ik ietwat onzorgvuldig omgegaan met het inbrengen van de bloedputstopper, maar nooit eerder had mijn vagina deze daadwerkelijk opgeslokt. Met een rood hoofd en de zweetdruppels nog op mijn voorhoofd heb ik de huisartsenpost opgebeld en een afspraak gemaakt.
De conversatie met de huisarts was wat ongemakkelijk geweest en hij had me tot dusver niet het vertrouwen gegeven dat hij ervaring had met de situatie. Met mijn onderlichaam ontbloot, maar mijn werkblouse nog aan, had ik mijn benen in de beugels van de onderzoeksbank geworpen en daar lag ik dan. Overgeleverd aan een schuchtere man in doktersjas die, tezamen met een klein bierbuikje, het pensioen op zich af zag komen. Op het naamplaatje van zijn spreekkamer had ik gelezen dat hij Frank heette. Ik vond de naam niet bij zijn verschijning passen, het was eerder een Axel. Kort nadat de huisarts de boel even snel had geïnspecteerd trok hij zijn plastic handschoentjes uit en mompelde dat hij zo terug zou komen.
De huisarts kwam het kamertje weer binnen, gevolgd door een jongen die net een aantal jaar ouder was dan ik. Hij had mooie donkere haren opgestoken in een knot. Zijn lichte ogen hadden iets mysterieus en zijn lippen waren mooi en vol. Als ik hier niet in mijn blote kut had gelegen in de huisartsenpraktijk had ik hem wel willen zoenen. “Dit is Reindert” zei de huisarts. “Hij is net begonnen met zijn stage hier en kijkt even mee. Ik wierp mijn hoofd achterover en kneep mijn ogen dicht. Ik vroeg me af of dit het karma was die me, na al die jaren los van God, terug kwam pakken.
Er werd op de deur geklopt. “Binnen!” riep de huisarts opgewekt. Een tweede man in witte jas en een bril op het puntje van zijn neus, liep de kamer binnen. “Zo, wat is er hier aan de hand?” vroeg hij geïnteresseerd. “Dit is mijn collega Harry”, zei de huisarts. Harry boog zich voorover en keek geïnteresseerd richting plaats delict.
Plots klonk er een schelle deun door de ruimte. Het bleek de beltoon van Harry de Huisarts. “Ja?” Hij nam zijn telefoon op zoals veel mannen dat doen. Ik vond het altijd een beetje onbeschoft en bot klinken. “Jezus, Marie. En nu dan?” Hij viel even stil. “Ja. Dat moet dan maar. Ja, ik zie ze zo wel verschijnen.” Geïrriteerd stopte hij zijn telefoon weer in zijn zak. Toen wendde hij zich richting mijn oorspronkelijke huisarts en vertelde hem verontschuldigend dat zijn vrouw nog in de file stond in Brussel en Melanie de oppas er echt vandoor moest. Ze zou de kinderen even komen droppen. Harry wierp me een snelle blik en stelde – alsof het een vraag was – ‘dat vind je toch niet erg hè?’. Zonder op een antwoord te wachten keerde hij zich richting de stagiair en startte een vragenvuur over hoe hij het vond op de praktijk tot nu toe.
Niet veel later werd er op de deur geklopt en blijkbaar was het niet meer vanzelfsprekend om te wachten op een akkoord om binnen te komen. Ik raakte er bijna aan gewend. De deur opende zich en een vrouw van middelbare leeftijd stak haar hoofd de hoek om. Ik herkende haar gezicht van een half uur eerder toen ik me met rode wangen bij de receptie had gemeld. ‘Zeg mannen’ begon ze, terwijl nu ook de rest van haar zwaarlijvige gestalte achter de deur vandaan verscheen, ‘De Appie Heijn is niet langs geweest vanochtend, dus ik dacht ik ga zelf even langs en smeer jullie wat bammetjes. Hebben jullie nog wensen?’ Toen wendde de receptioniste zich tot mij: ‘Dag lieverd, ik ben Jeanette. Je tampon hè? Ik zag het al in je document. Ja, ik lees het toch altijd even door hoor, voordat ik zomaar een kamer binnen loop. Ook wat eten meissie? Lekker broodje smeerworst voor de spanning? Je moet goed eten hoor, kind!’ En voor ik het wist had ze deur alweer achter zich gesloten en hoorde ik haar de gang over stommelen.
Ik heb helemaal geen honger, dacht ik bij mezelf. Ik wil die stomme tampon eruit, naar huis, mijn pyjama aan, een romantische film kijken en deze gruwelijke dag zo snel mogelijk vergeten. Frank en Harry stonden met hun rug naar me toe, huisartserig over een computerscherm gebogen, en ik vroeg me af of het betreffende beeldscherm ook maar iets met mijn situatie te maken had.
Vanuit het niets hoorde ik een kinderziel huilen op de gang, begeleidt door een Amsterdamse vrouwenstem dat tetterde dat het kind niet zo moest zeuren en ‘nou héél gauw mee moest komen.’ “Har! Harry!” klonk het vlak voor de deur van de spreekkamer. Harry opende de deur en er kwam een lange blonde vrouw naar binnen gelopen. Ze leek begin dertig, maar kleedde zich minstens tien jaar jonger. Grote gouden oorbellen bungelde naast haar krullerige lokken en haar roze topje stak lelijk af bij haar lange rok in panterprint. “Sorry hoor Har, maar je moet die kids echt even wat beter opvoeden. Max loopt al de hele middag te janken en Tommie trekt zijn bek überhaupt niet open.” Twee kleine zwartharige koppies verschenen achter haar rok vandaan en vluchtten naar vader Harry de Huisarts. De jongens waren een jaar of zes en precies even lang. Beiden grepen ze naar een been van hun vader en omhelsden die alsof ze hem nooit meer los zouden laten. “Mel, kom op. Je kunt niet zomaar binnenlopen. Er ligt hier een patiënt. Doe ook op zijn minst even je kauwgom uit. En jongens, gaan jullie even daar op een stoel zitten?” Melanie keek op en bestudeerde mijn half ontblote lichaam. “Sorry mop” zei ze toen. “Wat heb je? Soa? Gewoon antibioticakuurtje ertegenaan knallen en klaar is Kees. Deze hele poespas met je benen wijd is onzin. Harry, ouwe viespeuk, je zit hier gewoon naar dat arme kind te gluren. Laat haar een broek aantrekken alsjeblieft!’ Het begon me te duizelen en ik wist niet wat ik moet zeggen. Ik lag nog altijd met mijn benen wijd en had niet het idee dat ook maar iemand in de ruimte zich daar nog daadwerkelijk om bekommerde. ‘Ik ben mijn tampon kwijt’ hoorde ik mezelf zeggen. Melanie begon hysterisch te gillen. ‘Wat kut! Dat heb ik ook eens gehad, toen ben ik tien minuten bezig geweest om dat ding eruit te wroeten. Wat gênant zeg, dat je hiervoor helemaal naar de huisarts moet.” Er was geen tijd om te reageren op Melanies peptalk, want voor ik het wist ging de deur van het kamertje weer open. “Grote gut, het wordt steeds gezelliger hier” riep Jeanette van de receptie jolig. ‘Kijk eens jongelui, ik heb even wat bammetjes voor jullie gesmeerd. Er is genoeg voor iedereen hoor. Harry en Kees zijn grote eters, dus ik heb behoorlijk lopen smeren.’ De knappe stagiair, die ondertussen was gaan zitten, sprong hongerig op en baande zich een weg naar de schaal met broodjes. Tommie riep dat hij het brood niet lustte en Max zag dat als een goed moment om zijn broertje eens even flink op de neus te stompen. Terwijl de jongens met elkaar op de vuist gingen, kregen Reindert en Melanie elkaar in het vizier en begonnen flirterig met elkaar te babbelen alsof ze in een hippe lunchtent waren beland. Ook beide huisartsen hadden besloten om eens even goed te gaan zitten voor de lunch. Met mijn benen nog altijd wijd gespreid en mijn mond die ondertussen open was gaan hangen van verbazing, keek ik schaapachtig toe hoe de ene helft van de kamer was veranderd in een cafetaria en de andere helft in een kinderopvang. Jeanette van de receptie had de jongens in hun kraag gegrepen, die het vervolgens hevig op het janken zetten. Het was toch niet te geloven. Ik telde ondertussen zeven mensen in het kleine spreekkamertje, waarvan er toch zeker zes personen niet hoorden te zijn. De blootstelling van mijn privé-delen kon me onderhand niets meer schelen, maar man, wat wilde ik hier graag weg.
Ik slaakte een kreet om aandacht. Maar terwijl ik brulde vanuit mijn tenen had ik de tampon een stukje naar voren voelen schuiven. Mijn lichaam verstarde. ‘Ik voelde hem! Ik voelde mijn tampon. Meneer, kijkt u eens. Kunt u hem zien?’ Alle aanwezigen hadden door mijn oerkreet in één klap geschrokken hun mond gehouden, maar stoven nu enthousiast richting mijn schaamlippen. Harry de huisarts had de leiding op zich genomen en trok zijn plastic handschoentjes aan. Hij zette een krukje neer met uitzicht op mijn vagina en schoof uiterst voorzichtig mijn schaamlippen wat opzij. De spanning was om te snijden. Ik maakte mijn rug los van de leuning, kwam omhoog en boog mijn nek richting mijn bekken om ook mee te kunnen kijken naar het spektakel. “Liggen!” riep iedereen in koor terwijl Melanie me met grof geweld tegen mijn borst duwde, waardoor ik met een plof weer op de rugleuning belandde. “Sorry mop, maar we moeten het zekere voor het onzekere nemen. Straks slik je hem weer in.” “Frank, breng mij eens een zaklamp” commandeerde Harry de Huisarts. “Reindert, ga eens opzoek naar een zaklamp” commandeerde Frank op zijn beurt tegen de stagiair. Reindert rommelde wat in kastjes en kwam na enkele seconden trots aanlopen met een klein hoofdlampje. Ik herkende het soort lampje van al die jaren kamperen met mijn ouders. Het was geen gezicht, maar erg praktisch als je je in het donker een weg moest banen door je tent. Harry schoof de band om zijn hoofd en scheen bij me naar binnen. Alle koppen waren bij elkaar gestoken en ook de broertjes keken aandachtig toe. “Wat zoeken we papa?” vroeg Tommie. Melanie snauwde hem gauw toe dat hij niet van die irritante vragen moest stellen en Jeanette beschreef het als een klein wit raketje dat was aangevallen door aliens, dus de kans was groot dat er bloed op zou zitten van de dode astronautjes. Ik vond het een beetje ongemakkelijk dat er zesjarige jongetjes naar mijn geslachtsdeel aan het staren waren, maar de rest van de aanwezigen leek zich er niets van aan te trekken, dus ik durfde er niks van te zeggen.
“Ja. ja, ja. Ik denk dat ik de kleine rakker in het vizier heb.” Zei Harry de huisarts. “Maar makkelijk wordt het niet, hij zit erg diep. Hier gaan we nooit bij komen.” Een huisarts die het woord ‘nooit’ uitspreekt binnen de context ‘gaat u mij kunnen redden uit deze nare situatie’ is erg demotiverend kon ik stellen. Ik keek naar Jeanette, die het tot mijn verbazing plots erg druk had met het naar binnen werken van een mokka gebakje. Ze ving mijn blik op en verdedigde zichzelf met het feit dat ze een stress-eter was. Ik moest het aflezen aan haar dunne lipjes, omdat ik door haar gesmak moeite had met het ontcijferen van de uitgebrachte klanken. “Wacht eens!” riep Reindert de stagiair plotseling. “Kom eens hier met dat vorkje” en met grote passen liep hij op Jeanette af. Jeanette hield het schaaltje stevig in haar linkerhand en verdedigde haar gebakje door met haar rechterarm een barricade te vormen. “Stagiairs krijgen geen gebak, Reindert!” brulde ze uit. “Ik hoef je gebak niet, mens.” Antwoordde Reindert zuchtend. Hij griste het langwerpige gebaksvorkje uit haar handen en likte deze schoon mijn zijn lange tong. Het leek wel in slow motion te gaan. Zijn gespierde armen bewogen het vorkje heen en weer in zijn mond, tot hij zeker wist dat deze helemaal schoon was. Toen hief hij het bestekgerei boven zijn hoofd en boog het vorkje in een halve cirkel krom van het steeltje. Nog altijd in slow motion. “Wie niet lang is… moet zich verlengen”, zei hij op zijn aller mannelijkst. Hij schonk Harry de huisarts een betekenisvolle blik, waarna Harry per direct zijn krukje verliet en zijn zitplaats vrijmaakte voor de stagiair. Reindert ging zetten en bewoog zijn linkerhand geconcerteerd richting mijn schaamlippen en duwde deze met zijn grote duim en wijsvinger voorzichtig uit elkaar. Als ik niet beter had geweten zou ik vreselijk opgewonden zijn geraakt. Reindert was zo mannelijk dat hij zelfs een aantal lange zwarte haren op zijn knokkels had. Ik vroeg me af hoe hij en in bed was en hoeveel haar hij rondom zijn geslachtsdeel zou hebben. Toen zag ik het vorkje op me afkomen. “Ho. Nee wacht, halt! Wat gaan we doen?” Ik schrok op uit mijn fantasie. “Even doorbijten nu” zei Frank de huisarts. “Ik denk dat Reindert nog weleens zou kunnen slagen hiermee.” Tommie en Max hingen opnieuw angstig aan de benen van vader Harry en Melanie was naast me gaan zitten en had mijn hand stevig vastgepakt. “Komt goed, topper. En als dit allemaal voorbij is gaan we lekker een wijntje drinken, ik denk dat wij best vriendinnen zouden kunnen worden.” De angst verplaatste zich van de vork die mijn vagina naderde naar de dertigjarige del aan mijn bed, die zojuist had besloten om een vriendschap met mij op te bouwen. Mijn bekkenbodemspieren ontspande zich en Reindert schoof het gebaksvorkje uiterst voorzichtig bij me naar binnen. Af en toe stootte hij per ongeluk tegen mijn schede aan, waarna ik ineenkromp en sissende geluidjes maakte. Melanie deed met me mee. Niet alleen omdat we nu ook vriendinnen waren, dus je leeft met elkaar mee, maar ook omdat ik haar hand volledig aan het fijn knijpen was. “Ja! Ik denk dat ik de lus te pakken heb!”
Ik voelde dat er werd getrokken aan het touwtje, maar er zat nog altijd geen beweging in de tampon. Reindert zette zijn voeten schrap op de grond om zo meer kracht te kunnen zetten. “Mijn god” kreunde hij, “het lijkt wel vacuüm gezogen.” Nu zette hij beide handen in om aan het steeltje van het vorkje te kunnen trekken. Dat ging zo makkelijk nog niet omdat zijn vingers vlug hun grip verloren. Gelukkig wist huisarts Harry daar wel raad mee en liet hij Reindert zijn vingers poederen met talk. Reindert zette zich schrap en gaf aan dat hij hulptroepen nodig had. De aanwezigen in het kamertje bedachten zich geen moment. Binnen de kortste keren was er een treintje gevormd. Harry greep de heupen van Reindert. Frank greep de heupen van Harry. Jeanette de heupen van Frank en Melanie die van Jeanette. De twee jongetjes grepen ditmaal beiden een poot van de ligstoel, zodat deze door al het gesleur en getrek niet zou gaan verschuiven. “Daar gaan we. Ben je er klaar voor?’” Reindert keek me indringend aan. Ik haalde even diep adem. Het moest maar. Ik wierp hem een bevestigende blik toe en kneep mijn ogen dicht. “EEN… TWEE… DRIE!” Ik voelde mijn baarmoeder ineenkrimpen. Het was een pijn die ik met niks kon vergelijken, maar ik ging ervanuit dat dit was hoe het ongeveer moest voelen om een kind op de wereld te zetten. Beetje bij beetje voelde ik dat er beweging kwam in de tampon. Ondertussen stonden de zweetdruppels op de voorhoofden van de aanwezigen, die nog altijd in een rijtje aan elkaars heupen aan het sjorren waren alsof ze meededen aan een wedstrijd touwtje trekken. “Ach, ik zie het touwtje tevoorschijn komen, wat lief!” gilde Melanie. Reindert durfde zijn gezicht een klein beetje te ontspannen, maar vervolgde toen bloedserieus dat we nu inderdaad op ongeveer 1,5 centimeter ontsluiting van het touwtje zaten. Plots gaf hij nog een harde ruk aan het touwtje en ja hoor, als een konijntje dat eindelijk uit zijn kooitje werd bevrijd stoof de tampon de kamer door. “Hoera! Hoera! Daar is hij dan eindelijk.” Melanie gaf me een dikke zoen en Jeanette van de receptie ontkurkte een fles champagne. Onder luid gejuich van de aanwezigen toastten we op het heugelijke feit dat ik bevrijd was van mijn tampon en besloot ik om voor eens en voor altijd over te stappen op de inlegkruisjes en maandverband.

Illustratie: Maartje Coenen | Instagram: @Naykid